De verschillende soorten wijn uitgelegd

Van wit tot oranje: ontdek welke wijnsoorten er zijn (en wat ze zo uniek maakt)Zes soorten wijn in verschillende kleuren – overzicht van wijnsoorten en hun kenmerken

Wijn is er in alle kleuren, smaken en bubbels. Maar hoe komt het eigenlijk dat de ene wijn wit is, de andere rood, en weer een ander oranje of mousserend? Het zit ‘m in de druif – én in de manier waarop hij wordt verwerkt.

Tijd om alle wijnsoorten helder op een rij te zetten. Mét uitleg, zonder snobisme.

1. Witte wijn

Witte wijn wordt meestal gemaakt van witte druiven, maar… ook blauwe druiven kunnen witte wijn opleveren. Zolang je het sap maar scheidt van de schillen vóór de fermentatie. De kleur zit namelijk vooral in de schil.

Smaakprofiel: fris, bloemig, fruitig of juist romig en rond – afhankelijk van druif, klimaat en rijping.

Bekende voorbeelden: Chardonnay, Sauvignon Blanc, Riesling, Rkatsiteli

2. Rode wijn

Rode wijn wordt altijd vergist met de schil, soms ook met pitten en steeltjes. Dat levert kleur én tannines op – die zorgen voor die droge, stroevere textuur.

Smaakprofiel: van sappig fruitig tot krachtig, kruidig of aards.

Bekende voorbeelden: Cabernet Sauvignon, Merlot, Pinot Noir, Saperavi

3. Rosé

Rosé ontstaat doordat blauwe druiven maar heel kort in contact zijn met hun schil – soms slechts een paar uur. Zo krijgt de wijn een lichte kleur, maar wél een frisse bite van rood fruit.

Nee, rosé is (meestal) géén mix van rood en wit. Dat is in Europa zelfs verboden – behalve bij Champagne rosé.

Smaakprofiel: fris, licht, zomers, soms iets kruidig of bloemig.

Bekende voorbeelden: Grenache rosé, Pinot Noir rosé, Provence rosé

4. Oranje wijn (amber wijn)

Oranje wijn is eigenlijk een witte wijn, maar dan gemaakt zoals een rode: het witte druivensap fermenteert met schil en pitten. Dat geeft kleur, structuur en vaak iets oxidatiefs (denk aan noten, thee, sinaasappelschil).

Smaakprofiel: complex, kruidig, aards, soms met tannine. Niet voor beginners – maar fascinerend!

Bekende voorbeelden: Georgische amberwijnen, vaak uit qvevri

5. Mousserende wijn

Mousserend = met bubbels. Dat kan op verschillende manieren worden gemaakt. De bekendste: de traditionele methode, waarbij de tweede fermentatie in de fles plaatsvindt (zoals bij Champagne of Cava).

Smaakprofiel: van strak droog tot romig of licht zoet.

Bekende voorbeelden: Champagne, Cava, Prosecco, Pet-Nat

6. Versterkte wijn

Bij versterkte wijn wordt er tijdens of na de fermentatie alcohol toegevoegd. Daardoor ontstaat een hoger alcoholpercentage (15-20%) en vaak een zoetere stijl.

Smaakprofiel: rijk, zoet, kruidig, soms oxidatief.

Bekende voorbeelden: Port, Sherry, Madeira, Vin Doux Naturel

Extra weetje: wat is “stille wijn”?

Dat is eigenlijk gewoon de verzamelnaam voor wijn zonder bubbels. Dus rode, witte, rosé en oranje wijnen vallen daar allemaal onder. Simpel, toch?

👉 Lees verder: Stap 6 – Wijn proeven: hoe doe je dat?


Veelgestelde vragen

Is oranje wijn gemaakt van sinaasappels?

Nee. Oranje wijn wordt gemaakt van witte druiven die net als rode wijnen vergist worden mét schillen. De naam komt van de kleur.

Hoe krijg je rosé wijn?

Door blauwe druiven kort te laten inweken met hun schillen. Hoe langer het contact, hoe donkerder de kleur.

Wat is het verschil tussen prosecco en champagne?

Prosecco wordt meestal in grote tanks vergist (Charmat-methode), champagne in de fles (traditionele methode). Dat verschil proef je: champagne is vaak complexer en droger.

Wat betekent ‘versterkt’?

Er wordt alcohol toegevoegd aan de wijn, meestal om fermentatie te stoppen en zo restsuiker te behouden. Dat levert een hoger alcoholgehalte en zoetere smaak op.