Wijn proeven: hoe doe je dat?
Slurpen mag. Sterker nog: het hoort erbij.
Wijn drinken is makkelijk. Maar wijn proeven? Dat is een ontdekkingstocht voor je zintuigen. Je gebruikt je neus, je tong, je ogen – én je fantasie. Gelukkig hoef je geen snob te zijn om wijn te leren proeven. Alles wat je nodig hebt, heb je al.
We delen het op in drie simpele stappen: kijken, ruiken, proeven. Met een beetje achtergrondkennis proef je daarna niet alleen met je mond, maar ook met je hoofd en je hart.
Stap 1: Kijken
De kleur van wijn zegt veel over zijn leeftijd, intensiteit en stijl. Houd je glas tegen een witte achtergrond en bekijk het eens goed:
-
Witte wijn: bleekgeel = jong en fris. Goudkleurig? Mogelijk houtgerijpt of wat ouder.
-
Rode wijn: paarsrood = jong en fruitig. Granaatrood of bruin? Waarschijnlijk rijper en zachter.
-
Rosé of oranje wijn: variëren sterk, afhankelijk van schilcontact en vinificatie.
Let ook op helderheid en viscositeit (“de tranen” die langs het glas glijden). Dikke tranen wijzen vaak op een hoger alcoholgehalte of restsuiker.
Stap 2: Ruiken
Wals de wijn voorzichtig in je glas – dat helpt om de aroma’s vrij te laten komen. Breng je neus er diep in en adem rustig in.
Wist je dat mensen gemiddeld zo’n 10.000 geuren kunnen onderscheiden, maar maar vijf basissmaken kunnen proeven? Geen wonder dat geur het belangrijkste zintuig is bij wijnproeven.
Je ruikt in drie lagen:
-
Primair: aroma’s van de druif, zoals fruit, bloemen of kruiden.
-
Secundair: ontstaan tijdens fermentatie, zoals gist (toast, brioche), boter (malolactische fermentatie).
-
Tertiair: ontwikkelt zich tijdens rijping, zoals leer, tabak, noten, honing of truffel.
Pro-tip: Zeg gewoon wat in je opkomt. Denk niet aan “de juiste woorden”, maar aan associaties. Appel? Perzik? Natte steen? Perfect. Train je geheugen en je wordt vanzelf beter.
Stap 3: Proeven
Neem een slok en laat de wijn rustig door je mond rollen. Slurpen? Graag zelfs. Door wat lucht naar binnen te zuigen, komen de aroma’s nog sterker vrij.
Let op:
-
Zuren: geven frisheid. Je voelt het aan de zijkanten van je tong – krijg je speekselreactie? Dan zit het goed.
-
Tannines: zorgen voor een droog, stroef gevoel (vooral bij rode wijn). Tannines geven structuur.
-
Alcohol: voel je warmte achterin de keel? Dan zit je met een hoger alcoholpercentage.
-
Zoet, zout, zuur, bitter & umami:
-
Zoet proef je aan de punt van je tong
-
Zuur aan de zijkanten
-
Zout net achter het zuurgebied
-
Bitter achterop de tong
-
Umami zit overal een beetje – denk aan hartige diepte
-
-
Body: hoe vol voelt de wijn in je mond? Licht als water, medium of vol als room?
Wat is een wijn die in balans is?
Een wijn is in balans als alles klopt: zuren, fruit, tannines, alcohol – niets overheerst, alles ondersteunt elkaar. Een wijn met frisse zuren én rijp fruit. Of eentje met stevige tannines, maar ook genoeg body en smaak om dat in evenwicht te brengen. Je herkent het meteen: je hebt zin in nog een slok.
👉 Lees verder: Stap 7 – Wijn & spijs combineren zonder stress
Veelgestelde vragen
Waarom ruiken mensen aan wijn?
Omdat geur het grootste deel van de wijnbeleving bepaalt. Je ruikt duizenden aroma’s, terwijl je maar vijf smaken proeft. Je neus is je belangrijkste proefinstrument.
Waar proef je zoet, zuur en bitter in je mond?
Zoet proef je aan de punt van je tong, zuur aan de zijkanten, bitter achterop. Zout en umami liggen daar subtiel tussenin.
Wat zijn tannines?
Tannines zijn bitterstoffen uit schil, pit en steeltjes van druiven. Ze geven structuur en zorgen voor een droog, stroef mondgevoel – vooral in rode wijn.
Wat bedoelen mensen met ‘een wijn is in balans’?
Dat de componenten mooi met elkaar samenwerken: geen scherpe zuren, geen overdaad aan alcohol of hout, maar een harmonieus geheel.